zondag 30 september 2012

De man met alleen maar roest


Tijdens onze vakantie afgelopen zomer zijn wij, op speciaal verzoek van mijn lief Esther, naar een rommelmarkt in Le Pouzin geweest. Deze markt werd gehouden op de parkeerplaats van een lokale supermarkt. Ik moet u zeggen dat een parkeerplaats van een supermarkt in Frankrijk is op zich al niet zo’n inspirerende omgeving is, maar op een zondag als er geen auto’s staan van winkelend publiek en slechts een stuk of tien standhouders, waarvan de helft in de auto zit, is de aanblik ronduit troosteloos. Zelfs in de verder o zo fraaie Ardèche. De standhouders zijn op deze dag niet gemotiveerd hun beste beentje voor te zetten. Begrijpelijk, want er is vrijwel geen publiek. Op het moment dat wij de parkeerplaats oprijden, tellen we zeven “mogelijke” klanten. Wij maken het negental compleet. Stelt u zich voor: een markt met tien standhouders en negen klanten: wat een gezelligheid. De klandizie doet wat betreft de aangeboden koopwaar het ergste vermoeden. En ja hoor, de kwaliteit en kwantiteit van de aangeboden koopwaar bevestigt ons vermoeden. Er worden bij stand 1 en 2 kleren aangeboden. Nee, geen kleren waar u en ik uitgebreid bij staan kijken maar het soort waar wij in het algemeen de zak van Max voor uit de kast haalden, 12 jaar geleden wel te verstaan. Of Humanitas blij mee maakten, toen. Kleren die twintig jaar geleden uit de mode raakten en deze hier op de markt zijn niet alleen vies en gedragen, maar ook voor een deel stuk. Esther ziet een spiegel waar ze een plaatsje voor denkt te hebben in de hal van huis. Maar gezien de rest van de uitstallingen maakt ze er mij pas nadat wij weer in de auto zitten op attent. De enige standhouder waar ik meer dan 30 seconden heb staan kijken, had geen fraaie koopwaar maar de grootste hoop roest die ik ooit heb gezien. Zijn kraampje bestond uit een hoeveelheid roest die ik alleen bij een oud-ijzer-handel zou verwachten. Veel gereedschap: schoppen, harken, tangen, koevoeten et cetera. Allemaal in een staat waarvan ik verwacht dat ze bij het eerste gebruik in meerdere stukken breken. Wij waren door onze vrienden al voor ons vertrek naar Le Pouzin gewaarschuwd dat deze brocantemarkt niet de beste zou zijn, maar hetgene wat wij zagen heeft onze niet al te hoge verwachtingen bij lange na niet gehaald. Maar ach, het was de enige brocantemarkt tijdens ons weekje daar. Zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot later 

maandag 17 september 2012

De eetzaal in Contrexeville


Onderweg naar ons vakantieadres hebben wij een hotel geboekt als overnachtingsadres in Contrexeville  in Frankrijk. Het  hotel is een oud kuuroord in de Bourgonje in Frankrijk. In de veronderstelling dat kuuroorden oubollig zouden zijn, dacht ik dat wij geen goede keuze gemaakt hebben met dit hotel. Niets is echter minder waar. Het hotel is van goede kwaliteit  en heeft een uitstraling van rust en geborgenheid. De faciliteiten zijn op niveau en prettig  om in te verblijven. De sauna, die wij natuurlijk uitproberen, is wel klein maar schoon en de temperatuur in de sauna is voldoende hoog om te kunnen zweten. Er is ook een buitenzwembad maar om daar in te mogen  moeten we eerst onze zwemkleding ophalen van de hotelkamer. Dat vind ik teveel moeite. We koelen wel af onder de douche bij de sauna. De douchekop is aan vervanging toe maar dat mag de pret niet drukken. Na het aankleden gaan we naar de eetzaal. De eetzaal is Frans, en ik weet niet of u meteen snapt wat ik met Frans bedoel. Frans in een restaurant is sober, ontdaan van luxe, open en vrijwel zonder sfeer. Maar goed, in Frankrijk kom je niet voor de gezelligheid in een restaurant. In Frankrijk ga je naar een restaurant om lekker te eten. En dat hebben we gedaan……. We genoten niet alleen van het eten, maar ook van de overige gasten en het bedienend personeel in het restaurant. Zo was er een serveerster die voor alles een maatje te klein leek. Niet alleen voor haar kleren, maar ook voor de taak die zij moest uitvoeren. Haar uniform (of zo u wilt haar jurk) zat net te ruim waardoor het geheel wat slonzig aandeed. Zij moest door haar collega’s tijdens ons diner meerdere malen geattendeerd worden op gasten die nieuw aan tafel kwamen. Op een gegeven moment hoorden we een kabaal van jewelste. Het bleek dat zij een groot dienblad vol met eten en drinken had laten vallen. Met een rood aangelopen gezicht ruimde ze alles weer op om daarna de gasten die het eten zouden krijgen, geheel te vergeten. Die gasten waren een wat ouder echtpaar die volledig in de stijl van een oud kuuroord gekleed, met driedelig pak en avondjurk, zaten te wachten op het eten. Zij, de grand dame van het gezelschap, keek meelijwekkend naar de serveerster en bestelde bij een van haar collega’s de derde fles rosé. Hij schaamde zich voor zijn vrouw en liep voor de derde keer naar het toilet. Een ander stel, duidelijk van Nederlandse afkomst, komt op dat moment de eetzaal binnen. Zij,  een spichtige wat te lange dame voor haar postuur, draagt een babyfoon. Hij, een vermoeid uitziende dertiger, loopt achter zijn vrouw aan naar het tafeltje waar zij, zonder op een plaatstoewijzing te wachten, naar toe loopt. Als ze zich hebben geïnstalleerd komt een van de kelners op hen af en vraagt hoe het komt dat zij aan deze tafel zitten. U moet weten dat het in Frankrijk de gewoonte is te wachten tot je naar een tafel gebracht wordt. Het stel wordt dan ook aan andere tafel geplaatst; wij hebben overigens niemand zien plaatsnemen aan de tafel waar het stel eerst zat. Tegen de tijd dat de kaart gebracht is en de bestelling opgenomen kan worden, klinkt er geluid uit de babyfoon. De vermoeide dertiger haast zich het restaurant uit. De bestelling wordt door de vrouw doorgegeven en het eten wordt ruim voordat de man terug is geserveerd, de man kan aan het eten beginnen als de vrouw het eten al voor meer dan de helft heeft verorberd. Het bij het eten gebrachte biertje, dat volgens mij voor de man bestemd was, is inmiddels ook al lang in de slokdarm van de vrouw verdwenen. Na het hoofdgerecht houdt de man het voor gezien en verdwijnt. Bij het ontbijt de volgende ochtend wordt het stel vergezeld door de baby. Ik kan mij helemaal inleven in de gevoelswereld van de dertiger. Zo’n vakantie is teveel. Ik zou blij zijn als ik weer aan het werk kon. Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
de ongezelligheid valt hier best mee......
Tot later.

vrijdag 14 september 2012

De boer op de veranda




hoe idyllisch

Deze is over een jaar niet meer te zien 
Wij komen al jaren op een voor ons heel bijzonder plekje in Frankrijk voor onze vakantie. Dit plekje is voor ons zo bijzonder, dat we er zelfs in 2011 ons huwelijk hebben gevierd. Om daar te komen moeten wij over een boerenerf rijden, althans zo lijkt het. De weg, of zo u wilt het karrespoor, leidt langs de veranda van de boer en de boerin en is openbare weg. Iedereen die in Le Hameau de Burg (ons plekje) moet zijn komt daar langs.  De eerste keer dat wij er aan kwamen zouden we zonder de zeer duidelijke routebeschrijving nooit zo dicht langs die boerderij durven rijden. Het voelde destijds een beetje als inbreuk op de privacy van de boer en zijn familie. Dat gevoel hebben we, nadat wij de Hameau hebben leren kennen, echter snel achter ons gelaten. Maar de boer en zijn familie intrigeren ons wel. De verhalen die we ieder jaar weer horen over de boer zijn prachtig. Van een van deze verhalen zal ik u deelgenoot maken.  In het voorjaar van 2010 heeft de boer, omdat een familielid van hem naar het ziekenhuis moest, een hangbuikzwijntje te logeren. Ach, ruimte genoeg op de boerderij en van het voeren van een hangbuikzwijntje erbij heeft de boer hoegenaamd geen last. Misschien zelfs wel voordeel. Groente-, fruit- en tuinafval mag in dit fraaie land nog wel aan de varkens gevoerd worden. Dus dat scheelt weer een rit naar de déchetterie. Nu wist de boer niet dat dit hangbuikzwijntje zijn geïmproviseerde varkensstal vrijwel elke avond wist te verlaten om zich te goed te doen aan allerlei lekkernijen in de omgeving van de boerderij. Zo is ze ongetwijfeld tijdens een van haar omzwervingen in de omgeving een mannelijk wild zwijn tegen gekomen. Ook van deze lekkernij heeft het hangbuikzwijntje genoten. Dat bleek enkele weken later, toen het hangbuikzwijntje beviel van negen half-hangbuik/half-wildzwijntjes. Moeder hangbuik is weer retour gegaan naar haar eigenaar, maar de negen kinderen zijn in de buurt van de boerderij en de Hameau nog regelmatig te bewonderen. Dat wil zeggen, het aantal dat na tweeënhalf jaar nog over is. Het jachtseizoen is tijdens ons verblijf weer geopend. Wie weet overleven enkele wilde hangbuiken de tweede jachtperiode in hun bestaan ……. De boerderij is volgens de normen die wij er in ons land op nahouden een beetje in verval aan het raken. De voegen zijn voor een groot deel verdwenen, de uitwerpselen van de koeien liggen her en der op het erf en niemand lijkt er last van te hebben. Ik in elk geval niet. Ik word elke keer weer blij als ik de veranda van de boer zie. Ik weet dan dat ik binnen een minuut op de parkeerplaats van het mij zo dierbare dorpje ben. Toen wij dit jaar weer de eerste maal langsreden, zwaaide de boer vanaf zijn door zijn vrouw met een zee van rode bloemen  versierde veranda naar ons. Herkent hij ons inmiddels? Dat kan voor sommigen een drama zijn…… wij vinden dat een goed teken. Wij voelen ons thuis achter deze wat slonzige boerderij. Hier ligt ons plekje en het is goed zo.