zondag 18 augustus 2013

De mensen in de chambre d’hôte 2

Ongeveer een jaar geleden logeerden wij een nacht op het Chateau Melay in de Haute-Marne. 
Het chateau'.

Dit verblijf was voldoende om een lang weekeind te boeken voor dit jaar. Wij hebben bewust het weekeinde uitgekozen waarin een rommelmarkt rond het kasteel georganiseerd wordt. Van te voren hoopten wij leuke en gezellige gasten aan te treffen op het kasteel en dat bleek inderdaad zo te zijn. Wij hebben gezellige dagen gehad met de eigenaar en eigenaresse van het chateau, maar ook met diverse gasten. Leuke mensen om je heen maken een verblijf, op welke plek dan ook, waardevoller. Op de dag voor de rommelmarkt is veel te organiseren voor de betrokkenen en wij gaan er overdag op uit om in de omgeving een aantal bezienswaardigheden te bezoeken. Je wilt tenslotte niet de hele dag op een stoel zitten en niets doen. Hoewel? Maar nadat wij terugkomen van een hele volle en gezellige dag, maken we kennis met het hoofd catering van de rommelmarkt. Zij, een struise vrouw van in de vijftig, is een waar organisatiewonder. Duidelijk van Franse komaf en verbaal zeer aanwezig. Als zij iets in haar hoofd heeft, heeft zij het niet in haar achterste. Zo heeft er een discussie plaatsgevonden van zeker tien minuten over het verplaatsen van een zware melkcontainer waar speciaal voor de rommelmarkt de dranken in gekoeld worden. De container staat wel tien centimeter uit het lood en daar moet natuurlijk verandering in komen. Helaas is de container net gevuld met zo’n duizend liter ijswater. De discussie duurt een minuut per centimeter. Als na een poos blijkt dat de container niet meer verplaatst gaat worden, bindt het hoofd catering in. Er zijn op de rommelmarkt veel standhouders en (gelukkig voor de standhouders) ook veel gasten. Niet iedereen zag er even saai uit en dat is voor mij natuurlijk altijd fijn. Niet iedereen wilde even makkelijk poseren, maar ach … zo gaan de dingen nu eenmaal. Tot later.  
Wat heb ik een grote sleutel.

Gezellig aan de tap 
Een momentje voor een kopje koffie. lekker

Het is tien voor negen in de ochtend en het eerste biertje wordt getapt 

Momentje gestolen..... 
in de mood for dancin

Esther met haar nieuwe viend?



Hoi 
nee dus 

De derde maal is scheepsrecht






Ook een worstje?

Simon aan het werk 



Even mijn broek ophalen.... 




maandag 12 augustus 2013

Onderweg tanken

U kent dat wel, dat tanken onderweg bij een tankstation langs de snelweg in Duitsland of Frankrijk onderweg naar je vakantiebestemming. Of zoals in ons geval onderweg naar een weekeindje brocante in Noord-Frankrijk. We maken een tankstop in Luxemburg. Meerdere hele lange rijen van auto’s. Zoals de meesten van u ook zouden doen, besluit ik in de, voor zover ik kan beoordelen, kortste rij aan te sluiten.  Wij stellen ons op achter een zeer vol geladen Audi type A 6 combi. Een grote wagen met een enorme bagageruimte. Nadere bestudering leert mij, maar vooral Esther, dat de auto afkomstig is uit Tsjechië. Als de bestuurder zijn wagen heeft geparkeerd naast de pomp, stapt hij uit. Zijn uiterlijk verraadt een overduidelijke Oost-Europese herkomst. Donkere haren op armen, benen, hoofd, en vooral op zijn borstkas ontwaar ik een heus kamerbreed tapijt van diep zwarte krullen. Zijn reisgenote, die aan de bijrijderszijde ook uit de auto komt, is hoogblond en heeft van in- en uitpakken geen kaas gegeten. Wat een geluk dat de wagen een betrouwbare reputatie heeft. U merkt het al. Wij krijgen ruimschoots de tijd het stel te observeren. Na veel gehannes met slang en tankdop lukt het om het spuitpistool in de vulopening te manoeuvreren. Zij  neemt het tanken over en hij opent opnieuw de bagageruimte van de auto. Er worden diverse tassen en dozen uit de bagageruimte gehaald en op de voorbank geplaatst. Als de tank van de auto vol zit, wordt de zo vrijgemaakte jerrycan in de bagageruimte gevuld. De Tsjech is uiterst secuur en laat het pistool goed uitdruppelen om de vele losliggende spullen in de laadruimte niet te bevuilen. Terwijl hij het spuitpistool terughangt, haalt zij alle spullen weer van de voorbank en plaatst ze weer in de kofferruimte. Hij controleert haar werk, verlegt nog wat en sluit uiteindelijk de kofferbak. Dan moet er afgerekend worden. Laten we het zo zeggen, het wereldrecord snelpinnen staat niet op naam van deze Tsjech. Er wordt uitgebreid onderzocht waar de pinpas in moet. Gelukkig opent zich een laatje, bediend door een meneer achter het loket, waar hij de pas gewoon in kan deponeren.  Ondertussen is zij weer uitgestapt
Goed zo?
om wat te gaan rommelen in … jawel, de kofferruimte. Als na veel vijven en zessen de pincode is ingetoetst en de betaling rond is, stappen beiden weer in en rijden verder. In de tussentijd hebben wij onze tank gevuld en staan wij direct achter het stel opnieuw op hen te wachten. Maar ach, het is vakantie en tja, zo gaan de dingen nu eenmaal.  Tot later.


donderdag 8 augustus 2013

De boomhut van oom Tom

U weet dit nog niet, maar er is een nieuwe fiets aangeschaft. En die moet natuurlijk gebruikt worden. Zo ook afgelopen dinsdagavond. De dag is warm geweest en wij, mijn vrouw en ik, besluiten na het eten een stuk te gaan fietsen. De wind is ons goed gezind en besluit een tukkie te gaan doen. We fietsen in de richting van het Fochteloërveen om aldaar te genieten van de vogels en de zomeravond. Het Fochteloërveen is een prachtig veen-natuurgebied op de grens van Drenthe en Friesland, waar wandelpaden en dus ook fietspaden te over zijn. Een echte aanrader wat mij betreft. Al fietsend kletsen en fantaseren wij wat af. Wat gaan we doen met de jackpot van de staatsloterij als we die winnen? Waar gaat de volgende vakantie doorgebracht worden en met welke auto rijden we daar dan wel heen? U begrijpt het, niets menselijks is ons vreemd. We spreken zelfs over waar het verjaardagscadeau, dat mijn vrouw van haar moeder en haar zuster heeft gekregen, moet komen te hangen.  Als we op de terugweg via Bovensmilde, een  boom zien met daarin een boomhut waar een volwassen man met pijn en moeite in zou kunnen klimmen, besluit ik dat dus maar niet te doen. Ik moet morgen tenslotte wel weer aan het werk. Maar mijn fantasie gaat weer met mij op de loop. Wie zou deze hut gebouwd hebben? Waarom juist hier langs de weg en niet in een bos waar het verstoppen in een boomhut veel effectiever kan? En waarom is die trap tegen de boom gespijkerd? Zit hier dagelijks een kleine jongen van een jaar of tien op de uitkijk wanneer zijn vader weer thuiskomt? Of is deze hut gebouwd door de vader om de jongen een schuilhut te geven voor het bespieden van de vele vogels die over de landerijen vliegen? Ik krijg als vanzelfsprekend de antwoorden. De hut is gebouwd in de oorlog om de boeren te observeren en te voorkomen dat deze groenten en aardappels weg zouden geven aan de Randstedelingen. Of gaat dat net weer iets te ver… Hoewel ik erg van de natuur houd en ik de bomen , de vogels, de beesten van het veld en het bos wil beschermen en koesteren, ben ik vooral voorstander van het speelplezier van de jeugd. Speel, ontdek en word een volwaardig mens. Geniet van je boomhut en heb respect voor de boom waarin je hem hebt gebouwd. Stiekem ben ik een klein beetje jaloers. Ik was nooit handig genoeg om een boomhut te bouwen. Ik wilde wel graag in deze kijken, maar helaas mijn gewrichten zijn niet meer zo soepel als dertig of veertig jaar geleden. Maar goed, zo gaan de dingen nu eenmaal.  

De boomhut van oom Tom
De boomhut van oom Tom

De boomhut van oom Tom

De boomhut van oom Tom