In het stadspark van Montelimar kom ik een man tegen. Niets bijzonders,
zou je zeggen. Maar niets is minder waar. Deze man is heel bijzonder; hij beweegt
zich langzaam met een slepend been voort, half leunend op een oude, bijna van
ellende uit elkaar vallende fiets. De man loopt, of liever gezegd strompelt,
langs de hekken van het dierenverblijf. Aan zijn fiets hangen zware tassen van
het plastic soort, waarin grote hoeveelheden brood verstopt zijn. Wanneer één
van de in grote getale aanwezige duiven de man in het vizier krijgt, barst het
los.
De duif maakt een onmiskenbaar duivengeluid en uit alle hoeken van het
park komen de duiven aanzetten. Op de voet gevolgd door de eenden, kippen,
ganzen, geiten, het schaap, de ezel, de pony en de meest schattige kuikens ter
wereld (zegt mijn vrouw). De duiven, die niet worden belemmerd door het hek van
het verblijf, zitten in no time op zijn schouders, armen en fiets. De eenden en
kippen vechten op de vierkante centimeter om een zo gunstig mogelijke plaats
voor het opvangen van de broodkruimels. De man is geduldig. Hij wacht met het
gooien van het brood tot zelfs de zeer trage moederkip, met al haar schattige kuikens, ter plaatse is. En dan
begint het. Of het lunch, diner of ontbijt is mag u voor uzelf bepalen, maar de
dieren krijgen eten. Veel eten. En de man houdt nauwlettend in de gaten wie
wanneer wat krijgt.
Als enkele duiven zich zo hongerig tonen dat zij, nadat ze
een stuk brood hebben gekregen, bij de kippen iets weg proberen te gappen,
geeft de man hen van katoen. De ‘merdes’ en ‘mon-dieus’ zijn niet van de lucht.
Als het eten uit alle plastic tassen is verdwenen, lijkt het wel alsof het
schaap bij zichzelf denkt “nou, dat was het weer voor vandaag” en draait zich
om om weer aan het hooi te gaan eten. Ja, wat moet je anders op een
zonovergoten stuk grond waar ooit wel gras gestaan moet hebben.
De man schudt de laatste kruimeltjes uit de laatste tas en warempel.
Daar komt de familie Mus ook nog even aanvliegen. De man jaagt de duiven weg en
de familie Mus mag de laatste hapjes opeten. Alles moet eerlijk verdeeld
worden. Bij ons in de mensenwereld gaat dat vaak niet zo. We kunnen van deze
man nog een hoop leren. Maar goed, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Tot later.