Kent
u dat? Van die weekenden dat je geen plannen hebt om weg te gaan en dat je dan
toch de hele zaterdag en de halve zondag aan het toeren bent? Zo’n weekeind
sluit ik net af. Vrijdagmiddag vraagt een collega, nadat zijn plannen voor het
weekeind uitvoerig uit de doeken zijn
gedaan: “En, wat ga jij doen?” Ik antwoord daarop dat ik het wel zal zien,
waarschijnlijk niet zo veel want we hebben geen plannen. Nog geen 5 minuten na
thuiskomst hoor ik van mijn lief dat er een brocantefair is in Sint
Jansklooster. En dat ze daar graag heen wil. Zoals het een liefhebbend
echtgenoot betaamt, ga ik de volgende dag met haar naar de fair en we hebben
het er natuurlijk leuk. We lopen zo’n 50 kilometer van huis nog meerdere
bekenden van Esther tegen het lijf, maar
in de brocante wereld is het een beetje ‘ons kent ons’, dus dat is niet heel
vreemd. Na zo’n uurtje of twee struinen over de fair hebben we genoeg genoten
en stappen in de auto om maar weer aan de boodschappen te gaan. Moet ook
gebeuren nietwaar?
Onderweg
vertelt Esther en passant dat er een oldtimerbeurs is in Appelscha. Ik wist dat
niet, maar ben meteen een en al oor. Hoeveel oldtimers zijn er op die beurs zei
je, drieduizend? “En dat vertel je nu pas.” “Ik zie het nu pas op een bord.”
Het is inmiddels twee uur en mijn lief vindt het niet erg dat we moeten
doorrijden om nog de helft van die auto’s te kunnen zien. Op de website, die ik onderweg naar het
evenement heb gegoogled op mijn telefoon, staat de volgende tekst: “Voor zowel deelnemers als bezoekers is deze dag gratis.
Noppes, nada, kost geen cent.” Bij aankomst staat richting de parkeerplaats een
lange file. Op de parkeerplaats ontdekken wij de oorzaak van de vertraging. Er staan
veel vrijwilligers die de auto’s wijzen naar de beste parkeerplaatsen. Heel
fijn. We moeten echter wel twee maal bij verschillende mensen stoppen. Bij de
eerste krijgen we te horen dat we bij een van de dames kunnen afrekenen. En bij
de dames mogen we inderdaad twee euro betalen om te kunnen parkeren. Nee, begrijp
mij goed, het gaat niet om die twee euro. Die vind ik echt heel erg terecht.
Als iemand zijn of haar weiland ter beschikking stelt als parkeerruimte is een
bedrag van twee euro misschien net genoeg om de kosten voor het herstel van het
gras te dekken en de vrijwilligers een lunch te geven. Maar zet dat gewoon op
de website of kondig het aan op de route naar de parkeerplaats. Dat scheelt een
hele file. De parkeerlogistiek zou nog wel meer verbeterd kunnen worden, maar
wie ben ik om daar commentaar op te hebben. We hebben de helft van de beurs ongeveer
gezien. Maar wel een hele interessante helft. Of de ander helft net zo spannend
en interessant geweest zou zijn, weten we natuurlijk niet. En dat is volgend
jaar pas weer te ontdekken.
We hebben mooie vrachtwagens gezien, waarvan ik de
merken niet eens kende. Auto’s uit verschillen de periodes variërend van de
jaren 20 van de vorige eeuw tot de jaren 80. We zagen onder andere een Saab van
een man die zo trots is op zijn auto dat hij, toen ik een foto van zijn bolide
wilde maken, trots als een pauw naast zijn wagen stond te poseren.
Als u iets
heeft met auto’s en of gemotoriseerde historie, is deze beurs een echte
aanrader. En die baby’s en bandidos? Een hele andere titel dan de inhoud tot nu
toe. De baby’s zitten in wandelwagens of buggy’s, hangen aan of in de armen van
moeders en vaders en de bandidos (of concullega’s) staan trots naast hun oude
motoren te poseren. Soms zelfs mét een baby op de arm. Wat kan de wereld toch
eenvoudig en vredig zijn. Bij de uitgang hebben een aantal auto- en motormagazines
hun bladen uitgestald. Een heuse stapel. Het moet er in het begin van de dag
ordelijk hebben uitgezien. Aan het einde van de dag? Zie de laatste foto.
De
dag was uiteindelijk te kort. De beurs staat in de agenda voor volgend jaar.
Straks
komen de kinderen “onverwacht” op bezoek en gaan we lekker eten. Druk maar
gezellig dus. De boodschappen moeten nog
gedaan…
Maar
ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
De auto van de saint |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten