vrijdag 12 april 2013

Bij de apotheek


Zo nu en dan moet ik naar de apotheek om medicijnen te halen. Op zich helemaal niet vervelend want na het werk kan ik, samen met mijn lief, zo even langsrijden. De medicijnen zijn al besteld en dat maakt dat het noodzakelijke bezoek over het algemeen niet teveel tijd in beslag hoeft te nemen. En meestal staan we binnen luttele minuten weer buiten met een nieuwe voorraad pillen. Vandaag loopt het echter wat anders dan gewoonlijk. Stelt u zich eens voor: het is tien over half zes en wij lopen een vrijwel lege apotheek in. We trekken een verplicht nummertje. Nee, dit is al geen grap. Het nummerapparaat is in dienst genomen nadat de “oude” apotheker met pensioen is gegaan. Nu ongeveer anderhalf jaar geleden. Het is al een keer voorgekomen dat ik een lege apotheek binnenliep en mij gevraagd werd alsjeblieft wel een nummer te trekken. “Anders raken we in de war meneer” was de reden. U weet inmiddels dat ik de beroerdste niet ben, dus doe ik dat trouw. Ik trok vandaag nummer 63, bingo! Op het display boven de balie stond 61 en er stond een dame aan de balie. In de pillenverdeelruimte tellen Esther en ik vijf medewerkers. Na enkele minuten komt vanuit een ruimte die wij niet kunnen zien medewerkester nummer 6, deze drukt op een knop en de man met nummer 62 loopt naar de balie. Het is mij niet duidelijk wat de overige vier dames in de ruimte doen. Ik vang flarden van het gesprek op. Het gaat over kinderen, eten en de televisie. Niet echt werk gerelateerd dus, denk ik. Maar we vermaken ons. De dame die aan de balie staat komt medicatie ophalen voor haar pasgeboren kind. Apothekersassistente: ”Heeft de dokter uitgelegd hoe u deze druppels moet gebruiken?” Dame aan de balie: “Ja, het is mij volledig duidelijk hoor” en wat volgt is een hele verhandeling over het gebruik van de druppels en het schoonmaken van de mond van het kind. De dame wordt onrustig en ik ook. Esther hangt op een stoel en kijkt met een grote grijns in het rond. Er verstrijken ongeveer tien minuten. Aan de balie waar meneer met nummer 62 geholpen is, wordt de transactie afgerond. Ik denk dat ik wel aan de beurt ben. Na 62 komt 63 is mijn gedachte. Helaas. De apothekersassistente die de man keurig heeft geholpen loopt het kantoor binnen, trek haar jas aan en verlaat het pand.  Een van de gezellig kletsende assistenten maakt zich los van de groep. “Meneer Timmer?” Vanuit de zaak klinkt “ja”; er zat verscholen nog een man te wachten. “We hebben nog niets binnen, kunt u over een uur nog eens terugkomen? Wij zijn tot zeven uur open”. Timmer: “Ja, dat is goed” Timmer weg . En ik denk in mijn onschuld, nu ben ik aan de beurt. Fout. De assistente die Timmer heeft geholpen, trekt haar jas aan en verlaat het pand. Er hoeft blijkbaar niet overgedragen te worden dat Timmer nog een keer op de deur komt hameren. Esther kan haar lachen bijna niet inhouden. Maar gelukkig, medewerker nummer 7, een jongeman die we nog niet hadden opgemerkt, komt naar de balie en drukt op de knop. In het display verschijnt nummer 63. “Wie mag ik helpen?”, vraagt de man. “Mij wel”, zeg ik. “Ik kom medicijnen ophalen voor Harleman.” Hij snuffelt even en dertig seconden later staan we, nu hardop lachend, buiten. Geduld is een schone zaak, want soms gaan de dingen nu eenmaal zo. Tot later.
De pillen

maandag 8 april 2013

De groepsreis: deel twee


Nadat we in Nijmegen de stadswandeling hebben afgerond en we met bus naar Wijchen gebracht zijn voor de overnachting , genieten we, ja zelfs Esther, van een heerlijk diner met rundvlees in het hoofdgerecht. De kamer van het hotel is ruim maar een beetje saai. We zijn dan ook zo kort mogelijk in de kamer en proberen te genieten van het gezelschap. Tanja zit op de praatstoel. “Het is tegenwoordig niet te doen om reisleiders te vinden. De reisorganisatie moet ze bijna van straat plukken”. Met stijgende verbazing luister ik naar het relaas van Tanja. Ondertussen wissel ik een vertwijfelde blik met mijn lief. Ik probeer haar duidelijk te maken dat Tanja gered moet worden. Als deze dame nog even doorgaat met haar relaas, kan ze zich niet meer in de groep vertonen. Tenminste niet met behoud van zelfrespect. Gelukkig redt Esther haar. “Ik werk voor de reisorganisatie, zegt ze. Ik heb alleen niets van doen met deze reis. 
Wij zijn als privépersonen mee op deze trip”. Tanja heeft door dat ze te ver gegaan is en gooit het roer volledig om. Goed voor de sfeer en goed voor het al niet te kleine vertrouwen dat ik in mijn lief heb. We zakken nog even door en gaan met gevulde magen naar bed. Als de wekker gaat, spring ik uit bed om het bad aan te zetten. Het bad lijkt ruim maar dat is een tegenvaller. Na vijf minuten in bad merk ik dat ik klem zit. Het bad is minimaal 10 cm korter en smaller dan het bad thuis. Dan maar vroeg ontbijten. En dat gaat goed. Het ontbijt smaakt ons prima. We maken ons op voor de bezichtiging van Kasteel Wijchen. Per bus vertrekken we voor een rit van ongeveer vijf minuten. En toch ben ik blij dat we per bus gaan, want de wind die in Amersfoort en Nijmegen al koud was, is hier in Wijchen (het is tenslotte ochtend) nog kouder. Het kasteel is de moeite en de kou waard. De ‘tuun’, een oud-Hollands woord voor moestuin, is nog in wintersferen maar er zijn al verschillende perken gevuld. De perken zijn overigens ingedeeld naar periode en niet naar groente, kruid of fruitsoort.


Binnen in het kasteel is een tentoonstelling van oude gebruiksvoorwerpen en historische vondsten. Wie weet leuk voor u, maar mij kon het niet zo boeien. Het kapelletje is wel bijzonder; de Amsterdammer en ik krijgen een privé-rondleiding in het voormalige schuilkerkje. Jammer van die noodzakelijke nooduitgang-trap die er recent in gebouwd is. Anja weet wel waarom: “Ze moesten op een of andere manier de schuilkerk in komen.” Yeah, sure. We vertrekken na een inclusief kopje koffie met de bus via het land van Maas en Waal naar ‘s-Hertogenbosch. Een prachtige rit over smalle, bochtige wegen met veel aandacht voor de natuur en cultuur van de Betuwe of zoals de reisleiders het gebied plegen te noemen “Het land van Maas en Waal”. We kregen er een appeltje bij.
het grootzeil is herkenbaar
Den Bosch is mooi, zit vol cultuur en u zou het kunnen kennen van de Bossche Bol. Het is een moorkop die niet zo genoemd mag worden, omdat hij volgens een speciaal recept gebakken wordt (en groter is). Het paleiskwartier is een nieuw gedeelte van het centrum van Den Bosch een heeft grote nieuwe gebouwen. onder andere het paleis van justitie en de "Armada" 
een deel van de "armada" ?
De grote Sint Janskerk maakt een belangrijk deel uit van de stadswandeling, en ik moet u zeggen dat deze kerk goed bewaard is gebleven. De laatste restauratie heeft zelfs enige glas in loodramen opgeleverd van een Nederlands kunstenaar Marc Mulders (hij heeft meer gedaan en soms ook erg mooi, u kunt even kijken op http://www.marcmulders.com/). Buiten speuren we nog even naar de engel met het mobieltje, want de Sint Jan gaat reuze met zijn tijd mee. Je kunt de engel bellen, het nummer staat op een bordje. Ook in Den Bosch is het koud en kunnen we niet wachten om weer de bus in te mogen…… Wanneer we in Amersfoort aankomen is de groepsreis ten einde. Ik heb nieuwe mensen leren kennen en twee nieuwe vriendinnen gemaakt: hun namen rijmen. Maar zo gaan de dingen nu eenmaal, tot later.
de Sint Jan
Raam van Mark mulders

zaterdag 6 april 2013

De groepsreis

Mooie huizen in Amersfoort

Esther en ik maken voor het eerst in mijn leven een groepsreis. Het is een reis door Nederland die onderdeel uitmaakt van het examen voor nieuwe reisleiders. Spannend. We zijn net (het is donderdag 4 april 9 uur 15) vertrokken met de trein uit Apeldoorn, waar we de nacht bij mijn zus en haar man hebben doorgebracht. De trein heeft voor de verandering geen last van vertraging door vastgevroren wissels of vallende bladeren. Met een marge van twintig minuten komen we aan op het station van Amersfoort. Na even zoeken zien we een groep mensen staan met koffers met  herkenbare labels. Wanneer wij ons melden worden we met name begroet door een vrolijke man die al op het eerste gezicht uit Amsterdam moet komen. Het duurt geen tien minuten of mijn vermoeden wordt bevestigd. Gezellig, de toon voor de komende twee dagen is gezet. We maken  kennis met 6 toekomstige reisleiders. De zes hebben verschillende achtergronden en ook heel verschillende leeftijden. De mannen zijn eind vijftig/begin zestig en de vier verschillende dames variëren in leeftijd van vijfentwintig tot ongeveer vijftig jaar. Als ook de examinator en examinatrice aanwezig zijn, vertrekt de bus naar het centrum van Amersfoort waar we een stadswandeling voorgeschoteld krijgen.  Al tijdens deze eerste wandeling vallen twee gasten mij op. Ik zal ze voor het gemak Anja en Tanja noemen. Anja en Tanja hebben beiden een wazige blik in de ogen, waaruit ik opmaak dat ze niet goed kunnen horen of verstaan terwijl ze wel gewoon reageren op een vraag en ook een enkele maal in het Nederlands antwoord geven op een vraag. Ik moet u vertellen dat Amersfoort een boeiende binnenstad heeft. Vooral de huizen en gebouwen aan de muurstraat, de zogenaamde muurhuizen, zijn bijzondere monumenten. 

9 ton dus
Als ik dan onderweg een vraagprijs van een te koop staand “muurhuis” hoor, begin ik te begrijpen dat er een crisis op de huizenmarkt is. Een drie of vierkamerhuis voor ongeveer 900.000 euro is wel wat aan de prijs. Ook al staat dat huis in het prachtige centrum van Amersfoort. Mijn vrouw en ik zouden meer dan het dubbele moeten verdienen dat dat we nu doen. En wij hebben het niet heel slecht. Geloof me.  Na de wandeling in Amersfoort gaan we eten. Esther en ik worden vergezeld door een man waarvan tijdens de lunch blijkt dat hij de schoonvader van een medewerkster van de organiserende reisorganisatie is. En een alleenreizende dame van een jaar of zeventig. Wij hebben lekker en gezellig gegeten in een restaurantje in het centrum van Amersfoort. 


Na de lunch zijn we per bus vertrokken naar Nijmegen. De stad van Frank Boeijen en het Kronenburgpark. Maar ook van de Romeinen en Joris Ivens en ik heb me laten vertellen van Louis Sévèke, Wim Kan, Bavo Galama en Dries van Agt. Een stad niet alleen van beroemde mensen en parken maar ook van mooie pleinen, een fraaie kademuur en een rijke historie. Tevens de stad van NEC, maar daar werd tijdens de culturele uitleg begrijpelijk geen aandacht aan geschonken. Maar bovenal is de stad Nijmegen bekend en berucht van de vierdaagse. Wanneer U eenmaal de vierdaagse hebt meegemaakt als deelnemer of als supporter, heeft u vast net als ik een onuitwisbare herinnering aan de brug over de Waal, waar men tijdens deze vier dagen tenminste tweemaal overheen loopt. Het is vandaag heel koud in Nijmegen en op het punt waar we het mooiste uitzicht hebben over de Waal, staat een snijdend koude oostenwind. De groep waar ik deel van uitmaak bevriest zowat tijdens de toch boeiende en interessante uitleg van onze reisleider van dienst Johan. Het eerste deel van de wandeltocht in Nijmegen wordt vanwege de kou iets ingekort. Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal tot later. Wanneer ik u ga vertellen over Wijchen en ’s-Hertogenbosch. 

De beroemde Waalbrug

Kronenburgpark
De Waag