Zo nu en dan moet ik naar de apotheek om medicijnen te
halen. Op zich helemaal niet vervelend want na het werk kan ik, samen met mijn lief,
zo even langsrijden. De medicijnen zijn al besteld en dat maakt dat het noodzakelijke
bezoek over het algemeen niet teveel tijd in beslag hoeft te nemen. En meestal staan
we binnen luttele minuten weer buiten met een nieuwe voorraad pillen. Vandaag loopt
het echter wat anders dan gewoonlijk. Stelt u zich eens voor: het is tien over
half zes en wij lopen een vrijwel lege apotheek in. We trekken een verplicht
nummertje. Nee, dit is al geen grap. Het nummerapparaat is in dienst genomen
nadat de “oude” apotheker met pensioen is gegaan. Nu ongeveer anderhalf jaar
geleden. Het is al een keer voorgekomen dat ik een lege apotheek binnenliep en
mij gevraagd werd alsjeblieft wel een nummer te trekken. “Anders raken we in de
war meneer” was de reden. U weet inmiddels dat ik de beroerdste niet ben, dus
doe ik dat trouw. Ik trok vandaag nummer 63, bingo! Op het display boven de
balie stond 61 en er stond een dame aan de balie. In de pillenverdeelruimte tellen
Esther en ik vijf medewerkers. Na enkele minuten komt vanuit een ruimte die wij
niet kunnen zien medewerkester nummer 6, deze drukt op een knop en de man met
nummer 62 loopt naar de balie. Het is mij niet duidelijk wat de overige vier
dames in de ruimte doen. Ik vang flarden van het gesprek op. Het gaat over
kinderen, eten en de televisie. Niet echt werk gerelateerd dus, denk ik. Maar we
vermaken ons. De dame die aan de balie staat komt medicatie ophalen voor haar
pasgeboren kind. Apothekersassistente: ”Heeft de dokter uitgelegd hoe u deze
druppels moet gebruiken?” Dame aan de balie: “Ja, het is mij volledig duidelijk
hoor” en wat volgt is een hele verhandeling over het gebruik van de druppels en
het schoonmaken van de mond van het kind. De dame wordt onrustig en ik ook. Esther
hangt op een stoel en kijkt met een grote grijns in het rond. Er verstrijken
ongeveer tien minuten. Aan de balie waar meneer met nummer 62 geholpen is,
wordt de transactie afgerond. Ik denk dat ik wel aan de beurt ben. Na 62 komt
63 is mijn gedachte. Helaas. De apothekersassistente die de man keurig heeft
geholpen loopt het kantoor binnen, trek haar jas aan en verlaat het pand. Een van de gezellig kletsende assistenten maakt
zich los van de groep. “Meneer Timmer?” Vanuit de zaak klinkt “ja”; er zat
verscholen nog een man te wachten. “We hebben nog niets binnen, kunt u over een
uur nog eens terugkomen? Wij zijn tot zeven uur open”. Timmer: “Ja, dat is goed”
Timmer weg . En ik denk in mijn onschuld, nu ben ik aan de beurt. Fout. De
assistente die Timmer heeft geholpen, trekt haar jas aan en verlaat het pand. Er
hoeft blijkbaar niet overgedragen te worden dat Timmer nog een keer op de deur komt
hameren. Esther kan haar lachen bijna niet inhouden. Maar gelukkig, medewerker
nummer 7, een jongeman die we nog niet hadden opgemerkt, komt naar de balie en
drukt op de knop. In het display verschijnt nummer 63. “Wie mag ik helpen?”, vraagt
de man. “Mij wel”, zeg ik. “Ik kom medicijnen ophalen voor Harleman.” Hij snuffelt
even en dertig seconden later staan we, nu hardop lachend, buiten. Geduld is
een schone zaak, want soms gaan de dingen nu eenmaal zo. Tot later.
De pillen |