dinsdag 26 februari 2013

Waterfail


Zoals u mogelijk al weet ben ik, dit is niet geheel toevallig, via mijn stiefschoonvader betrokken geraakt bij het karten. Ik ben wedstrijdleider. In maart  aanstaande begint het nieuwe seizoen weer en dus moet er het aan ander van tevoren besproken worden. Ik heb met de Stichting Verenigde Verkeersregelaars in Hoogeveen een afspraak gemaakt om op maandag 25 februari opnieuw informatie te komen geven over de regels en de werkwijze van het vlaggen bij onze kartevenementen.  Afijn, ik haal mijn stiefschoonvader op en we rijden met zijn auto door naar Hoogeveen, omdat hij een heuse kart meeneemt in een aanhangwagen. We pakken op de plaats van bestemming de kart van de aanhanger en gaan naar binnen. Niets bijzonders, zou u zeggen. Helaas, het blijkt dat de bijeenkomst op de eerste verdieping is en dat de kart alleen rechtstandig in de lift past. Na veel ah’s en oef’s lukt het ons met de hulp van twee “vrijwillig” aangewezen hulpen de kart in een lokaal te krijgen. Ik heb een presentatie gegeven waarin ik de vlaggentekens en de regels van het vlaggen heb doorgenomen en stiefschoonvader Willem heeft uitleg gegeven hoe een kart op te pakken en deze op een veilige plaats naast het circuit te vervoeren. Na afloop hebben we wederom met veel oefs’s en ah’s en zo nu en dan een krachtterm de kart weer naar buiten gekregen en op de aanhangwagen geplaatst. Alles goed en wel, tot nu toe. Jammer, Willem wil over een glad geasfalteerd pleintje naar zijn auto lopen om deze weer voor de aanhanger te plaatsen. Het geluid dat ik hoor is alsof iemand op een grindpad valt. Voordat ik besef wat er gebeurt, verdwijnt Willem in de diepte. Het pleintje blijkt een vijver te zijn met een (te) dun laagje ijs. Willem is met open ogen en, heus waar, zonder ook maar een druppel drank te hebben gehad het water ingelopen. Tot aan zijn middel staat hij in het ijskoude water. Met veel moeite komt hij uit het water. Naar binnen maar weer om een beetje op te drogen. Intussen koppel ik de aanhangwagen maar aan. Als Willem weer buiten komt met een pleister om zijn duim (?) en een deuk in zijn ego, gaan we op weg naar zijn huis. Ik blijf natuurlijk serieus zolang we samen in de auto zitten. Maar zodra ik thuis ben, kan ik mijn lachen niet meer inhouden. Ik moet het verhaal meteen aan mijn lief kwijt. En zo gezegd zo gedaan. De reactie van mijn lief……. “Leuk onderwerp voor je blog”.
Ach… zo gaan de dingen nu eenmaal.
Tot later.

maandag 18 februari 2013

Rijtjeshuizen



Er is wederom belangwekkend onderzoek gedaan in Nederland. Goed betaalde academici hebben vastgesteld dat we met meer dan de helft van ons in rijtjeshuizen wonen. Ruim 60 % van de Nederlandse gezinnen woont in een rijtje. Mijn vraag aan u is dan: Wist u dat? Wist u, degene die hoogstwaarschijnlijk in een van die voor Nederland zo gewone rijtjeshuizen woont, dat u tot een meerderheid behoort? Wist u dat u een gewone, alledaagse, niet vreemde burger bent? Een BUMA? Of dacht u dat u de uitzondering was, dat u als een van de weinigen in een rijtje woont… Dat u niet tot de massa behoort die in een flat of vrijstaande woning vertoeft. Wij als burgers betalen onderzoekers met een academische graad om vast te stellen wat we allemaal al weten: een rijtjeshuis is de meest voorkomende woonvorm in ons land!  Wel een hele geruststelling dat ook in Groot-Brittannië een rijtjeshuis favoriet is. Daarentegen is in landen als Kroatië en Slovenië het vrijstaand wonen met ruim 70 % veel populairder dan in Nederland. Wij zouden de ruimte er niet voor hebben. Wij denken dat we vrijstaand woonden als we tien centimeter onbebouwd tussen ons en de buren hebben. In veel gevallen is dat natuurlijk ook wel het geval, nou ja… vijf tot acht centimeter is veelal de tussenruimte bij een ankerloze spouw. Dit om geluidoverlast te voorkomen, hetgeen helaas niet in alle gevallen lukt. Nog een geluk dat we niet met ons allen in Letland wonen, waar 65 % van de mensen in een flat wonen.

Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal

Tot later.  

maandag 11 februari 2013

In het museum

Vorige week zondag besloten mijn lief en ik een bezoek te brengen aan het vernieuwde Drents Museum. Ik was daar, in tegenstelling tot mijn lief, na de verbouwing nog niet geweest en ik moet zeggen dat de aanbouw, hoewel heel modern, zeer fraai past bij het oude gedeelte van het museum. Hiervoor verdient de architect een compliment. De tentoonstelling waarvoor wij naar het museum gingen, was het Russische realisme. Inderdaad dezelfde waar het vorige verhaal over ging. Meteen na binnenkomst hebben we diverse malen tegen elkaar gezegd dat we beter op een doordeweekse dag hadden kunnen gaan. Wat een grote hoeveelheid volk kan er in zo’n museum rondlopen. Het was enorm druk. Prettig voor het museum natuurlijk, maar wij vonden het wel wat vol. Vooral de wat grotere werken waren bijkans onmogelijk te bewonderen zonder dat er mensen in mijn gezichtsveld stonden of liepen.  Wij namen een wijs besluit. We gingen gewoon eerst de oudere, bekende collectie opnieuw bewonderen. Dat bleek een goed idee. Toen wij na omzwervingen door het museum weer terug kwamen bij de tentoonstelling over het Russisch realisme, waren de meeste mensen verdwenen. We hebben ons nog een ruim half uur aan de doeken staan vergapen. Russisch realisme is mooi. En ook zo verdomd reëel.  Mooi en toch ook weer niet. Neem nou de dame met de drilboor. Zij heeft een gezicht van een engel maar ook een lijf van een mijnwerker. Is dit al een eerste teken van de in de jaren zestig veel gebruikte doping binnen het Oostblok in de sport ? Wie het weet mag het zeggen. 





Is het beeld van Stalin, waar hij in een theater zichzelf laat portretteren als grote ster, wel echt waar? Ik vraag mij bij dit beeld af waar de soldaten met Kalasjnikovs staan? Deze mensen kunnen toch niet met deze aanbiddende blikken naar de dictator staan kijken? Nee toch. Of toch wel? Welk deel van het Russisch realisme is realiteit?  Ach… zo gaan de dingen nu eenmaal. 


















tot Later. 

maandag 4 februari 2013

Ik vind Lenin leuk


Als u nu stopt met lezen, zult u de essentie van mijn verhaal niet gaan begrijpen. En dat hoeft voor mij ook niet, maar als u de moeite neemt mijn hersenspinsels te volgen, denk ik dat ik u goed kan uitleggen waarom ik deze Lenin leuk vind. Vladimir Lenin, de vroegere dictator van de Sovjet Unie was natuurlijk in zijn jaren helemaal niet leuk. En zeker niet leuk genoeg om door mij, wel sociaal maar anticommunist van het zuiverste water, leuk gevonden te worden. Dus u kunt gerust zijn. Ik veroordeel dictators, ook al zijn ze leuk.

De reden waarom ik deze Lenin leuk vind, is gelegen in het feit dat zijn standbeeld op dit moment aan de kop van de Vaart in Assen staat. De kop van de Vaart in Assen knapt er van op. Dit is een plek voor een groot standbeeld, ook al is hij dan geleend van in dit geval Fontana in Nieuweschans. Enige maanden geleden heeft er een afschuwelijke rood met gele draak gestaan in het kader van een tentoonstelling over China in het Drents Museum. ’s Nachts werd het ondier nog verlicht ook. Lenin staat er ook in het kader van een tentoonstelling, maar dan over Rusland. De draak paste niet in het stadsbeeld, maar Lenin wel. En nee, hij hoeft er niet te blijven staan. Het gaat mij meer om het beeld dan om de gebeeldhouwde. Waarom geen groot prachtig beeld van onze toekomstige koning? Willem-Alexander, op een groot paard, op de kop van de Vaart. Assen zou de eerste gemeente in Nederland zijn die WA  zo groots omarmt. En dan hoeven we niet iedere keer af te wachten welke tentoonstelling het Drents Museum nu weer op de agenda heeft.

Ik geloof niet dat de Asser politiek dit vraagstuk aan kan. Als u wist hoe lang ze er over gedaan hebben om het theater te moderniseren naar een megalomaan bouwwerk dat nooit uit de kosten gaat komen, dan wil ik geloof ik niet eens dat ze het proberen. Misschien dat het kleinkind van Amalia ooit op de kop van de Vaart zal prijken….


Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.















Stelt u WA zich hier eens voor. 

zaterdag 2 februari 2013

Voor in de bussen


Het heeft even geduurd, maar ik ben er weer aan toe mijn gedachten aan het net toe te vertrouwen. Ik weet niet of u wel een keer per bus van A naar B gaat. En daarbij weet ik natuurlijk ook niet of u dezelfde ervaringen heeft als ik. De bus is natuurlijk op zich een goede manier om van A naar B te komen;  zo denk ik er echt over hoor. In principe ben ik voorstander van deze manier van vervoeren. U kent dat inmiddels van mij. Maar soms ben ik tegenstander van de bus. Dat heeft dan helaas meestal te maken met de manier waarop de chauffeur mij of mijn medepassagiers behandelt. Ik kan er slecht tegen wanneer service, die een chauffeur soms gemakkelijk en zonder daar een investering van welke aard dan ook voor te doen, achterwege blijft. Stelt u zich eens voor:  u bent passagier die in een halve sneeuwstorm (nog niet zo lang geleden) bij het station staat te wachten op de bus. De bus is vanwege de weersomstandigheden aan de late kant. Daar kan geen chauffeur of wie dan ook iets aan doen . De bus rijdt en dat is meer dan ik kan zeggen van de die grote gele dingen met ijzeren wielen die over een van te tevoren vastgelegd traject gaan, maar dit geheel terzijde. Waar een chauffeur wel wat aan kan doen, is het laten wachten van u en de uwen tot hij een uitgebreid gesprek heeft gevoerd met zijn vervanger, die hij eerst heeft binnengelaten waarna de deuren weer sloten.  Daarna neemt de vervanger plaats  achter het stuur nadat hij zich volledig heeft geïnstalleerd: jasje uit, stempel en kaartjes uit de tas, tas op het daarvoor bestemde plekje.  Pas dan gaat de deur open om een totaal verkleumde en verwaaide groep passagiers in de bus te laten. En dat doen ze ook gerust als het water met pijpenstelen naar beneden stroomt, hoor. U mag eindelijk naar binnen en als u dan het lef heeft om tegen de busbestuurder te zeggen dat het u wat tegenvalt dat hij u een minuut of wat zinloos in de kou (of regen) heeft laten staan, bestaat de mogelijkheid dat u per ommegaande de bus wordt uitgezet omdat u in de ogen van de bestuurder niet vriendelijk genoeg bent. Ik ben zeker geen voorstander van scheldpartijen tegen buschauffeurs en nee, ik ben geen propagandist van het gebruik van geweld tegen personen met publieke functies. Ik vind  echter wel dat een vertegenwoordiger van een bedrijf dat zijn tarieven in drie jaar met 100 % heeft verhoogd, blij moet zijn met positieve feedback. En niet zoals een paar week geleden een chauffeur in de bus tegen een passagier uitviel  en pas tot rust kwam  toen diverse medereizigers de passagier bijvielen. Of busbestuurders die vrolijk een bushalte voorbij rijden, waar verbouwereerde passagiers met hun buskaartje staan te zwaaien… en soms zelfs terugzwaaien. Of buscoureurs die optrekken zodra de deurrubbers elkaar raken en de oudere passagier niet de gelegenheid geven plaats te nemen op een daartoe door puber vrijgemaakte zitplaats.
Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.


Gelukkig gaan de dingen ook wel eens anders. Dus voor alle buschauffeurs die prettig rijden, meedenken met hun passagiers, eerst de passagiers binnenlaten en dan pas met (verdiende) koffiepauze gaan en de stoel overgeven aan hun opvolger, nog even wachten op die rennende heer of mevrouw die overduidelijk graag mee wil, enzovoort enzovoort: bedankt dat jullie er ook zijn!