Vorige
week zondag besloten mijn lief en ik een bezoek te brengen aan het vernieuwde
Drents Museum. Ik was daar, in tegenstelling tot mijn lief, na de verbouwing
nog niet geweest en ik moet zeggen dat de aanbouw, hoewel heel modern, zeer
fraai past bij het oude gedeelte van het museum. Hiervoor verdient de architect
een compliment. De tentoonstelling waarvoor wij naar het museum gingen, was het
Russische realisme. Inderdaad dezelfde waar het vorige verhaal over ging.
Meteen na binnenkomst hebben we diverse malen tegen elkaar gezegd dat we beter
op een doordeweekse dag hadden kunnen gaan. Wat een grote hoeveelheid volk kan
er in zo’n museum rondlopen. Het was enorm druk. Prettig voor het museum
natuurlijk, maar wij vonden het wel wat vol. Vooral de wat grotere werken waren
bijkans onmogelijk te bewonderen zonder dat er mensen in mijn gezichtsveld
stonden of liepen. Wij namen een wijs
besluit. We gingen gewoon eerst de oudere, bekende collectie opnieuw
bewonderen. Dat bleek een goed idee. Toen wij na omzwervingen door het museum
weer terug kwamen bij de tentoonstelling over het Russisch realisme, waren de
meeste mensen verdwenen. We hebben ons nog een ruim half uur aan de doeken
staan vergapen. Russisch realisme is mooi. En ook zo verdomd reƫel. Mooi en toch ook weer niet. Neem nou de dame
met de drilboor. Zij heeft een gezicht van een engel maar ook een lijf van een
mijnwerker. Is dit al een eerste teken van de in de jaren zestig veel gebruikte
doping binnen het Oostblok in de sport ? Wie het weet mag het zeggen.
Is het beeld van Stalin, waar hij in een theater zichzelf
laat portretteren als grote ster, wel echt waar? Ik vraag mij bij dit beeld af
waar de soldaten met Kalasjnikovs staan? Deze mensen kunnen toch niet met deze
aanbiddende blikken naar de dictator staan kijken? Nee toch. Of toch wel? Welk
deel van het Russisch realisme is realiteit?
Ach… zo gaan de dingen nu eenmaal.
tot Later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten