En ja hoor, daar gaan we weer. Esther kijkt te veel op het
internet. Heb ik mezelf net weer een beetje droog gedept van de midsummerfair,
vindt ze op het internet een festival
van het zoet. Nu dacht ik, daar hoef ik niet naar toe want dat is op
doordeweekse dagen. Heb ik even buiten de waard gerekend. Het festival is op
woensdag tot negen uur ‘s avonds. Dus gaan we na het werk niet naar huis maar
richting Sleen. Ik moet wel vertellen dat het rijden naar Sleen in de nieuwe
auto geen straf is. Het meest grappig vind ik wel dat wanneer we op een 80km-weg
komen, er iets bijzonders aan de hand is. Staat er aanvankelijk aangegeven dat
er nog 1080 km te rijden is voordat de tank leeg is, staat er na 30 km rijden
dat er nog 1280 km te rijden is voordat de tank leeg is. Ik weet niet hoe u dat
vindt, maar voor mij mag dat zo eeuwig doorgaan. Hoe verder we rijden, hoe meer
kilometers er nog te rijden zijn. Het zal ook wel weer gaan aftellen, vrees ik.
Maar toch…. ik blijf wel even dromen. De fair of het ‘Festival van de Zoete
Verleiding’ is gedeeltelijk
georganiseerd in een tuin en gedeeltelijk op een weiland. De organisatie heeft
goede maatregelen genomen om de bodem niet al te drassig te laten worden.
Alleen daarom al verdienen ze daar een pluim. Ik weet eigenlijk niet zo goed
wat ik daar op de fair moet zoeken, maar al snel kom ik aan de praat met een
van de standhouders. Zij heeft een zeer bijzondere hobby. Ze versiert
suikerklontjes. “Wat doet ze?” Ja, suikerklontjes versieren. Ik moet u zeggen
dat ik nog nooit zo’n bijzondere hobby heb gezien. En ondanks dat ik helemaal
verbaasd ben dat er zo’n hobby bestaat, moet ik zelfs zeggen dat ik sommige
suikerklontjes leuk vind om te zien. De dochter van deze standhouder heeft een
duidelijk te horen Engels accent. Op mijn vraag of dat komt omdat ze lang in
Engeland heeft gewoond of misschien wel Engelse is, vertelt zij mij dat ze een
jaar in London heeft gestudeerd. Ze heeft wel bewondering voor mijn
opmerkzaamheid. In het gesprek dat volgt vertelt ze dat ze op dit moment
werkzaam is in museum Het Loo in Apeldoorn als conservator van het glas en
aardewerk. Zij heeft dus alle bordjes, borden, kannen en glazen in haar handen
gehad waar de Koninklijke Familie uit heeft gedronken en van heeft gegeten. Ik
vind dat bijzonder. Op hetzelfde moment vraag ik mezelf af hoe ik aan een glas
kan komen waar Koningin Emma of Juliana uit heeft gedronken. Esther koopt,
misschien wel uit verlegenheid, een doosje suikerklontjes. Een stand verder
staat een echtpaar dat al jarenlang Wedgwood servies spaart. Ik raak in
vervoering van een grote in- en inzwarte schaal van het merk dat ik vooral ken
van de roomwitte serviezen met als meest bekende Edme (want die hebben we zelf).
Deze schaal is, zo vertelt de man achter de kraam, gemaakt van aardewerk dat
vermengd is met kolengruis dat in het water van de kolenmijnen in Engeland is
gevonden. Bij deze stand koopt Esther een allerschattigst melkkannetje dat
afkomstig is van de firma Wedgwood uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Een klein stukje verder komen we bij de voor
mij topper van de fair: een nougat-stand. De nougat-maker is een Fransman uit Lyon. We
proeven en kopen natuurlijk een veel te duur stuk bosbessennougat. Die
overigens inmiddels alweer voor de helft op is. Ach… zo gaan de dingen nu
eenmaal.
Tot later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten