Zoals ik u al eerder verteld heb vindt mijn lief het geweldig
als ik met haar kleding ga kopen. Vandaag wilde ze wel met mij naar de lokale
kledingwinkel. U weet wel die winkel waar ze enkele weken geleden plots niet
meer heen hoefde. Ze heeft het er zelfs voor over geen diepvriesspullen te
kopen in de supermarkt, omdat ik eerst de wekelijkse boodschappen wil doen en
daar eigenlijk ook niet van af te brengen ben. Als de boodschappen bij Appie H.
gedaan zijn, breng ik ze naar de auto. Esther gaat alvast de kledingzaak in. Na
het inpakken van de auto vind ik haar in de paskamer. Ze is een broek aan het
passen die ze al weken op het oog heeft. Nee, niet letterlijk. Ik zie in de
winkel drie dames die, of het nu toeval is of niet, gedrieën in dezelfde jurk
lopen. Nee, niet samen in een jurk maar alle drie dragen ze een jurk met
hetzelfde dessin en dezelfde soort stof. Een van de drie blijkt de verkoopster
te zijn en de andere twee dames zijn, zoals later blijkt, vriendinnen uit
Groningen. Ik denk bij mezelf, wat een leuke jurk. En als de mevrouw met de
grootste maat, sorry het is nu eenmaal zo, de jurk uitdoet, roep ik naar mijn
lief: “is dat geen leuke jurk”. Passen en wegwezen lijkt het devies. Nu heeft u
buiten de waard gerekend hoor. Kent u de truc van 30, 40, 50%? Ik inmiddels
wel. Koopt u in de uitverkoop één artikel krijgt u 30 % korting. Koopt u daarentegen
twee artikelen krijgt u 40% korting. Koop echter 3 artikelen, dan mag u 50% van
het totale aankoopbedrag aftrekken. U zit niet op rekenles te wachten, dus zal
ik de lessen besparen. Maar het komt erop neer dat de winkel er beter van wordt
als u meerdere artikelen koopt. En zo geschiedde. Esther koopt een broek. Wel
een totaal andere dan die ze al weken op het oog heeft. Een jurk, of kan ik
beter zeggen de jurk. Want hij valt helemaal in de smaak. En om te kunnen
genieten van 50% korting ook een, en ik moet zeggen prachtig, cadeau voor de
dochter die ze verdient omdat ze geslaagd is voor haar examen. Want zo gaat het
nu eenmaal…. Tot later.
vrijdag 29 juni 2012
woensdag 27 juni 2012
Midsummerfair?
Jaja, een midsummerfair, bedoeld om inspiratie op te doen
voor de zomer. Ideeën opdoen om je tuin en het huis zo zomers mogelijk in te
richten en dat allemaal in de buitenlucht. Ik moet zeggen dat het idee mij zeer
aanspreekt en dat komt goed uit, want mijn lief wil erheen. Het maakt haar niet
uit of het dertig of tien graden is. Het maakt haar zelfs niet uit of de bouw
van de ark van de alom bekende Noach te laat is begonnen en de zondvloed over
Drenthe lijkt te zijn uitgestort. We moeten erheen. Ik ben zoals u weet een
meegaand type, ik ga mee naar een fair als Esther naar een fair wil. Zij weet
dat en maakt daar gebruik van. Misschien is de meneer van de wijn er wel of…
misschien de man van de warme gerookte zalm wel….. afijn, wij zoeken goede
schoenen en een warme jas. U moet zich voorstellen: het is 24 juni, de
thermometer geeft 10 graden aan en de regenmeter loopt over. Dus waterdichte
schoenen of laarzen aan en gaan met die banaan. Nog voordat we het parkeer
terrein opdraaien, constateren wij beide dat het vertrek straks wat tegen zou
kunnen gaan vallen. We zien het wel, er staan genoeg jonge mannen om ons later
te kunnen helpen. We zetten de paraplu op en lopen richting ingang van de fair.
We betalen entree en gaan, nadat de zojuist aangeschafte kaartjes doormidden
zijn gescheurd, het terrein op. Zo gaat dat nu eenmaal. Niemand verbaast zich
daar meer over. Je koopt een kaartje en laat die aan iemand zien. Degene aan
wie je het kaartje toont neemt het aan, scheurt het kapot en geeft het terug.
Je moet je niet voorstellen dat een kassière bij Albert H je zojuist
aangeschafte tomaten stuk zou maken. Maar goed, wij lopen het terrein op. In
het begin gaat het we. Er ligt strakke, voor zover ik dat kan beoordelen, goed
aangelegde bestrating op het begin van het terrein. Wanneer wij de eerst zeer
fraai ingerichte stand uitkomen en ons op de zeer glibberige helling naar het
lager gelegen gedeelte begeven, zakken we tot aan de enkels in de modder. Van
het fraaie grasveld dat er gelegen moet hebben is niet veel meer over. Drassige
grond leent zich minder als ondergrond voor een festival dan klinkers. Maar wij
houden de moed erin.
Bij de eerste koffietent begint een orkestje te spelen.
Dixieland-muziek klinkt over het terrein. Zelfs in deze troosteloze, gestaag
vallende regen moet ik even meedansen en ik geef een luid applaus ten beste als
het eerste nummer afgelopen is. De leden van de band, die wat op leeftijd zijn,
genieten duidelijk van mijn enthousiasme. Ik maak een paar foto’s van de mannen
en ga weer met mijn lief verder kijken. We zien een paar leuke stands en raken
beide tegelijkertijd geïrriteerd van de vrijwilligsters van “het goede doel van deze fair”. We besluiten dat we nat
genoeg zijn geworden. De laarzen van Esther waren niet waterdicht genoeg en
mijn plu begint te zwaar te worden. Nog een stand of twee en wij doen onze
laatste aankoop. Een bloemenvaas. Het huis kan in ieder geval weer vrolijk
gedecoreerd worden. We zoeken de man van de warme gerookte zalm en kopen een
lekker groot stuk. Bij de auto aangekomen blijkt onze angst voor de situatie
bij de uitgang niet onterecht. Wat een modderpoel. Na drie pogingen lukt het om
Pierre, onze auto, van het parkeerterrein af te rijden. Nat maar tevreden
rijden we naar huis. Ik dromend van een broodje heerlijke zalm en Esther
dromend van een grote vaas vol met bloemen. Zo gaat dat nou eenmaal.
maandag 25 juni 2012
In de trein
Als ik zo in de trein een beetje om mij heen kijk zie ik veel. Heel veel. Tegenover
mij zit een jonge dame van ongeveer vijfentwintig jaar. Ze is overduidelijk een
studente. Als ik haar zo moet inschatten doet ze iets met grafische vormgeving.
Ze heeft een Apple Mac book waar ze geregeld even op en naar kijkt. Ze is een
denkster. Haar activiteiten met de PC worden afgewisseld met zuchten en het
kijken in een boek waarvan ik de titel niet kan lezen. Op de grond voor haar
staat een cameratas. Daar heeft ze tot nu toe niets mee gedaan. Naast mij zit
een dame van een jaar of vijftig, ze spreekt erg luid in haar telefoon en heeft
een accent dat ik niet kan plaatsen. Het zou Oost-Europees kunnen zijn, maar
ook heeft het accent iets weg van Portugees. Tegenover haar zit weer een jonge
dame die met haar scriptie bezig lijkt te zijn. Ze wisselt lezen in een schrijfblok
af met werken op haar veelkleurige
laptop. Ik kan haar niet zo goed plaatsen, ze lijkt sportief en toch ook weer
niet. Haar kleding is uitgesproken. Een zwarte korte broek met daaronder een
panty en ze draagt een zwart t-shirt met een afbeelding van een witte tijger.
We staan nu even stil, net voor Meppel. Naast de dame met het accent zit een
blonde jongen te lezen in een boek van Jan Wolkers. “Turks fruit”, een boek dat
ik ooit voor mijn lijst Nederlands heb gelezen. Ik vond de film met Rutger Hauer
en Monique van der Ven beter. Het regent en ik heb weer eens geen regenjas meegenomen.
Trek. Ik heb zin in een boterham . Vanochtend thuis zelf klaargemaakt met
rundvleessalade. Mmmm, lekker even pauze.……… De tussenstop in Zwolle heeft de nodige
wisseling van medereizigers gegeven. Iedereen die ik zojuist beschreef, is weg.
Uitgestapt in Zwolle, mij in vertwijfeling achterlatend. Nu zit op de plaats
waar zojuist de jongedame met de tijgerprint zat een met hele dure woorden in
de telefoon sprekende meneer van een jaar of dertig/vijfendertig. Hij draagt
een grijs gestreept overhemd, dat zo te zien zijn beste tijd gehad heeft. Gut,
wat schommelt die trein zeg. De strijkbout van zijn vrouw/vriendin /partner of
hemzelf (want je weet het nooit tegenwoordig) is al geruime tijd niet uit een
kast geweest. Nu is het niet zo dat het spreken met dure woorden in een trein
garant staat voor beschaving. Integendeel, deze man presteert het om langdurig
en diep in zijn neus te graven en datgene dat hij eruit haalt aan de stoel te
smeren. Nee, ook in de trein is beschaving soms ver te zoeken. Gelukkig hebben
we vandaag tot nu toe geen last van schreeuwende pubers en ander lawaai. Het is me wat, kom ik in Utrecht op de
praktijkdag weer een aantal van dezelfde mensen tegen die ik al jaren tegenkom,
maar ook een aantal nieuwe. Opleiders met een hoog percentage eigendunk en
slechte oren. Ook zijn er vanuit diverse ziekenhuizen managers gestuurd die
voornamelijk en sommigen zelfs alleen aan geld denken en niet aan een goede
opleiding voor de medewerkers. En realiseren degenen die het voornamelijk over
het geld hebben zich niet dat een leerling goedkoper is dan een gediplomeerde?
Waar zijn we nou helemaal mee bezig? We krijgen binnenkort een samenvatting van
het geheel. Ik wacht wel af. Ietwat teleurgesteld ga ik weer naar huis. Op de
terugweg in de trein kan ik niet zo goed meer werken op de laptop en het
observeren van medereizigers valt mij ook zeer zwaar. Het liefst zou ik mijn
ogen dicht doen en een poosje slapen. Maar ik kan vertellen dat dat enorm tegenvalt,
zo staand op een balkon tussen twee treinstellen in. Gelukkig zie ik mijn lief
zo weer.
zondag 24 juni 2012
Voor het zingen de kerk uit
Ik heb de afgelopen nacht niet zo goed geslapen. De zaterdag
is na een wat matte avond overgegaan in een zondag die veel beloofde. Ik zou
met mijn lief naar de midsummerfair in Zeijen en daar ben ik inderdaad geweest,
maar daarover later meer. Eerst maar even uitleg over de niet al te beste
nachtrust. Zoonlief zou vannacht met zijn vriendin thuis slapen. Hij was de
hele dag op het festival Defqon in Biddinghuizen geweest en zou met vriendin
thuiskomen. Om half een in de nacht , ik was net in mijn eerste slaap, ging de
deurbel. Vriendin staat aan de deur en is moe.
Zoonlief staat nog op een parkeerterrein in Biddinghuizen. Maar goed, als
de vriendin in bed ligt kunnen wij weer slapen. Als de wekker (geheel tegen de
verwachting in) vroeg gaat, ga ik even koffie drinken bij de zoon van mijn
stiefschoonvader. Ja, ik weet dat dit
allemaal weer lastig uit te leggen is. En daar begin ik maar niet aan. Nadat ik
een kwartiertje gefietst heb naar het dorpje niet ver bij ons vandaan, zit ik aan
de koffie als mijn aandacht getrokken wordt door beweging in het fietsenhok van
de school naast het huis waar ik zit. Daar loopt een man met een zwart-witte
hond. Niets bijzonders, en ik zou ook nergens meer op gelet hebben als ik niet
een rode auto zou hebben zien aankomen met een vrouw met blond haar en zwarte
lokken. De twee kennen elkaar en er wordt hartstochtelijk gezoend. Ik denk nog
even: leuk, die hebben elkaar lang niet gezien en houden veel van elkaar. Ik
wil graag een gesprek voeren met mijn zwager en richt mijn aandacht weer op
hem. We komen niet verder dan de eerste zin. Ik weet op dit moment echt niet
meer wat die ook al weer was. Maar ik zie dat de dame die zojuist aangekomen
is, seksuele handelingen begint te verrichten bij de man met hond. In het zicht
van een huis, in het fietsenhok van een school …. Best verdacht zou je zeggen.
Maar goed, wie ben ik om daar iets van te vinden. Ben ik zonder zonden? Ik zou
het niet durven beweren. Maar goed, als de man zijn gerief heeft gehaald
verschijnt een tweede auto. De dame die in deze auto zit, stapt uit en laat de
man in niet mis te verstane bewoordingen weten dat hij volgende week niet meer
hoeft te beweren dat hij naar de kerk gaat. De term ‘voor het zingen de kerk
uit’ heeft voor mij een nieuwe dimensie gekregen.
Tot later
woensdag 20 juni 2012
Langs de racebaan
U weet inmiddels waar ik werk, waar ik woon en wie mijn lief
is. Maar tot nu toe heb ik u in onzekerheid laten zitten over wat ik onder andere
in mijn vrije tijd doe. Of ik een sportief persoon ben? “Nee, niet echt”. Ik
hou wel van sport, maar voornamelijk om te kijken… en commentaar op te geven. Zo
was ik eenmaal op een avond bij een topwedstrijd tussen de SC Veendam en
de FC Eindhoven. Ik wist tevoren niet
wie er bij welke partij speelde en ik wist ook niet op welke plaats in de
competitie Veendam of Eindhoven staat of stond. Maar ik ben een fanaticus.
Excuus voor het woord, maar ik ben tot mijn schrik en schaamte een fanaticus.
Ik zag de SC Veendam aanvallen en omdat ik in een vak zat met diehard Veendam
fans moest ik wel de voorhoede aanmoedigen. Toen een van de aanvallers van
Veendam wat slapjes ging voetballen heb ik hem opgezweept met leuzen als ”hee
loop nou wat harder” of eenmaal na een halve rush “moet je niet eerst even
uitrusten” en “even wisselen Pietertje”. Ik ben meteen fanatiek als ik op een
tribune of langs een veld sta. Het maakt eigenlijk niet uit naar welke sport of
welke club ik kijk.
Zo ben ik een aantal jaar geleden gevangen door het virus
waar ook mijn schoonvader zeer ernstig mee besmet is. Via mijn schoonvader ben
ik in contact gekomen met een organisatie die de “Duits Nederlandse Kart Meisterschaft”
organiseert. Eerst een paar maal kijken, dan wordt gevraagd of ik niet even kan
helpen met afvlaggen en van het een komt het ander. Twee jaar geleden ben ik
lid geworden van de organisatie die het DNKM organiseert. Ik ben opgenomen in het bestuur en leidt
internationale kartwedstrijden als wedstrijdleider . Dit doe ik met veel
plezier en met elke keer weer nieuwe ervaringen ga ik naar huis. Ik moet u
zeggen dat ook hier het fanatisme van mijn kant niet te onderschatten is. En
toch, als ik sommige supporters of monteurs van enkele teams zie en hoor, kom
ik tot een voor mij gunstige eindconclusie: Ik ben dan weliswaar een fanaticus,
maar nog niet volledig gestoord. Esther is ook blij.
maandag 18 juni 2012
Ik voel een blog aankomen
Soms heb ik dat opeens.
Dan roep ik na het zien van een reclame op de televisie “ik voel een
blog aankomen”. Zojuist was er weer zo’n moment. Eerst zie ik de reclame van de
Duitse bank en meteen daarna een reclame met Nick en Simon. De reclame van de
Duitse bank is mij niet opgevallen tijdens de periode dat Nederland nog deelnam
aan het Europees kampioenschap. Maar meteen de dag na de uitschakeling dus weer
wel. De reclame waarin Nick en Simon meedoen of zoals u wilt uitblinken, was
nieuw voor mij. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet weet waarover die reclame
gaat. Nick en Simon vallen mij op, vooral na de sublieme prestatie van Nick bij
de beste zangers van Nederland. Ik ben niet zo vaak op slag fan van een zanger.
Bij Nick Schilder was dat even wat anders, tot mijn eigen verrassing overigens.
Als ik, en dat doe ik met enige regelmaat, via youtube het nummer Hallelujah
hoor krijg ik steevast kippevel, of is het kippenvel (ik voel opnieuw een blog
aankomen). Ik ben Fan. Als ik deze twee jonge mannen dan zie optreden in het
televisieprogramma “The voice of Holland”, denk ik altijd “grappige lui zijn
dit toch”. Ik zou verbaasd zijn als ik Jan Smit hetzelfde soort gevatte
opmerkingen zou horen maken. Ik weet het natuurlijk niet zeker, want helaas heb
ik Nick en Simon nooit ontmoet maar ik kan me voorstellen dat deze twee,
ondanks hun succes, met beide benen op de grond zijn blijven staan. En wat is
nou de moraal van dit verhaal? Mocht ik er achter komen dat zij niet “gewoon
gebleven zijn”, dan plaats ik meteen een nieuw blog met een volkomen andere
toon. Ik kan dus wel vals. Zingen of zijn. Zij bepalen met hun gedrag de inhoud
van mijn blog. Wat heeft de reclame van de Duitse bank met het E.K. te maken?
Waarom is die mij niet opgevallen tijdens de afgelopen week? Is die echt niet
uitgezonden? Of nu wel weer omdat Nederland en Duitsland geen concurrenten meer
zijn? Wie het weet mag het zeggen.
aan het typen |
donderdag 14 juni 2012
Zevenpersoonsauto vol paarse krokodillen
Ja, het kan maar zo gebeuren dat de verbazing al vóór 8 uur
toeslaat. Vanochtend in de auto, onderweg naar ons werk vertelde mijn collega
mij een uitzonderlijk verhaal. Ik woon zoals u misschien weet in een mooie
gemeente in Drenthe. Burgemeester Heldoorn geeft leiding aan, naar ik altijd
heb aangenomen, een grote groep gemotiveerde en enthousiaste gemeenteambtenaren.
Ik durf dat gerust te zeggen, want mijn overbuurman werkt bij de gemeente en
die vertelt heel vaak erg leuk over zijn werk en zijn collega’s. Ik heb tot
voor vanmorgen geen duidelijke klacht gehoord over de gemeente, haar werkinzet
en motivatie. Gelukkig maar, want er moet veel gebeuren in zo’n gemeentehuis. Nu
hebben mijn collega en haar man vier kinderen, variërend in de leeftijd van net
5 tot 13 jaar. Niets bijzonders. Dat gebeurt wel vaker. Ruim twee jaar geleden
zijn zij weloverwogen van Groningen naar Assen verhuisd. Assen heeft namelijk de reputatie dat het goed
toeven is voor gezinnen met opgroeiende kinderen. Ik kan hier over meespreken,
want twintig jaar geleden heb ik hetzelfde gedaan. Niet met vier, maar toen nog
zonder kinderen. Vandaag heeft mijn collega echter het gevoel dat de verhuizing
van Groningen naar Assen een vergissing was. Vanwege een verandering in de
regelgeving voor paspoorten en identiteitsbewijzen, moesten ook mijn collega en
haar man voor alle vier de kinderen een nieuwe identiteitskaart aanvragen. Dit
hebben zij als vanzelfsprekend gedaan. Gehoorzame burgers doen dat en vragen
niet eens waarom dat nu weer nodig is. Nee, u moet weten dat burgerlijke
ongehoorzaamheid mijn collega volledig vreemd is. De aanvraag is dus vier maal
ingevuld, ondertekend en in aanwezigheid van alle vier de kinderen keurig
ingeleverd en betaald op het gemeentehuis. Alles keurig volgens de regels en
zonder mopperen. Dit is inmiddels een maand geleden. Gistermiddag belde de man
van mijn collega naar het gemeentehuis met de vraag of de reisdocumenten klaar
lagen. Ja hoor, die lagen klaar. “Dan kom ik ze even ophalen.” , was zijn
reactie. Dan moet u wel uw kinderen meenemen.
Om kort re gaan, auto laden met vier kinderen en naar het gemeentehuis.
Tegen vier uur komen zij aan bij het gemeentehuis. De kinderen hand in hand
over het trottoir en netjes in een rij. Ja, deze vier zijn zeer
gedisciplineerd. Vraag mij niet hoe dat
komt, de ouders zijn helemaal niet zo streng. In de hal van het gemeentehuis is
het stil. Geen gasten. Geen rij voor welke balie dan ook. Aangekomen bij de
balie vraagt de ambtenaar wat het doel van de komst van de familie is. “Wij
komen de identiteitskaarten ophalen.” luidt het antwoord. “Daarvoor moet u een
afspraak maken.” Maar vriendelijke meneer van de gemeente Assen, wij hebben
zojuist gebeld. Ja dat kan, maar ik heb geen afspraak met u staan. “Het hele
gemeentehuis is rustig en er zitten hier vier mensen op een rij te wachten
achter hun loket. Kunt u even kijken of u de documenten kan vinden en meegeven?
“Nee, u heeft geen afspraak” Afijn, de zevenpersoonsauto weer volgeladen en
zonder identiteitsbewijzen trekt de familie huiswaarts. Ook vader en moeder van
dit gezin komen niet in opstand tegen zo veel paars krokodil-gedrag. Ik wel, het gaat mij echt te ver dat, als een
gemeentebalie bezet is door een medewerker en er geen rij wachtenden is, een
gezin met vier kinderen naar huis wordt gestuurd. Om op de eerstvolgende
mogelijkheid terug te komen. Nu ben ik nog vergeten te vertellen, dat de
eerstvolgende mogelijkheid over twee weken (27 juni ’12) is.
Als ik mijn collega weer zie, krijgt ze zes paarse
krokodillen van mij. Of mag ze het zwembad dan niet meer in?
dinsdag 12 juni 2012
Smile, het verwart mensen. Mij ook
Het kan maar zo gebeuren dat je in de war raakt van bepaalde
zaken. Ik raakte nog niet zo lang geleden in de war van het op de foto
bijgevoegde bordje. Wat moet je ermee? Weet u het? Ik kan niet zo veel anders
bedenken dan het gewoon maar uitproberen. En zo geschiedde. Heel goed uitslapen
in het weekeinde en zorgen dat niets je humeur kan beïnvloeden. Best lastig als
je na een autorit van 20 minuten in een overvolle bus mag stappen. De chauffeur
kijkt verbaasd als ik met een glimlach van oor tot oor de bus instap. Ik wens
hem en alle, mij inmiddels bekende, medepassagiers een vriendelijk goedemorgen.
Geen reactie, ze kijken zoals ze altijd kijken. Ik blijf dit volhouden, denk ik
nog aan het begin van de dag. Plotseling herinner ik mij dat mijn jaargesprek
om half twaalf in de ochtend gepland staat. Oeps, ik zou in het afgelopen
weekend kort de tijd nemen om mij even voor te bereiden op het gesprek. Nou ja,
zoals Bassie van de echte Bassie en Adriaan al zei: wat er ook gebeurt, altijd
blijven lachen. En zoals ik mijzelf al had voorgenomen, deed ik dat ook.
Gelukkig heb ik tussendoor nog een klein kwartier tijd gevonden om na te denken
over mijn jaargesprek. Het wordt mijn tweede jaargesprek met deze
leidinggevende. Vorig jaar verliep dat goed en ik kon dan ook geen reden
bedenken waarom dat vandaag ook niet goed zou moeten gaan. Wel houd ik mijn
glimlach vol, niet de hele tijd, een jaargesprek is tenslotte een serieuze
zaak. Meteen na het jaargesprek gaat de lach weer aan! Ook mijn collega’s
reageren niet anders dan anders. De eerste persoon die het opvalt is mijn
dochter. Het is inmiddels half zes in de namiddag. “Goh pap, wat ben je aan het
lachen, gaat het wel goed met je?” “Ja kind, ik ben alleen een beetje in de
war.”
Misschien verander ik de tekst op het bordje nog wel in : smile, it confuses you.
zaterdag 9 juni 2012
Bakfail
U kent ze misschien wel, die youtube filmpjes waar allerlei
mislukkingen op foto of op video worden vertoond. Duiken of
touwslingeroefeningen waarbij iemand valt, of een automobilist (e) heeft grote
moeite met inparkeren. Ik moet zeggen dat ik er graag naar kijk. Want wees
eerlijk, er bestaat geen mooier vermaak dan klein leedvermaak. Het wordt iets
anders wanneer er blijvend lichamelijk letsel aan overgehouden wordt, dan gaat
het zelfs mij te ver, en ik ben wel iets gewend inmiddels. Hoe leuk ik het ook
vind dat mensen domme dingen doen en dat ik daar graag over gniffel, als het
mijzelf overkomt ben ik minder hard aan het lachen hoor. Ik had vanochtend zin
in een gebakken ei bij het ontbijt. Zoals ik dan vaker doe neem ik een kleine
koekenpan, doe er wat boter in en tik een eitje. Niet bijzonders, zou u zeggen.
Klopt, tot nu toe is er niets aan de hand. Maar met dat tikje van het eitje op
de rand van de pan, valt de pan bijna van het gasfornuis. Bij mijn poging om
het pannetje te redden valt de dooier van het ei naast de pan op het fornuis en
de schaal in de pan. Ik kon niet lachen. Misschien u wel. In dat geval heb ik
weer een beetje bijgedragen aan uw goede humeur. Is het toch ergens goed voor
geweest.
vrijdag 8 juni 2012
Tante Annie is ziek
Tante Annie is ziek. Wat is er met tante aan de hand? Heeft
ze een verkoudheid opgelopen of heeft ze de griep? Nee. Integendeel,
lichamelijk is er helemaal niets aan de hand. Ze heeft enorm veel last van
voorbij vliegende buien. Buien van boosheid over de oplopende kosten van het
dagelijkse leven en de overheidsuitgaven. Moet een dame op leeftijd zich hier
wel zorgen over maken? Ze zou ook kunnen zeggen “mijn tijd duurt het wel”. Maar
daar is tante niet het type naar. Ze maakt zich druk over van alles. De kosten
van de gezondheidszorg. De kosten van defensie, de kosten van de kinderopvang,
de kosten van het aardgas voor het koken en zelfs de prijs van een brood.
Daarnaast heeft ze ook veel last van niesbuien. Heel vervelend. Zeker als de
lente op zijn eind loopt en zomerbloeiers hun stuifmeel gaan verspreiden. Geen
verkoudheid dus. Geen aanval van onwel worden. Hoewel, dat laatste heeft wel
heel veel weg van haar gevoel bij de oplopende kosten van de gezondheidszorg.
Het is voor haar, als nieuwbakken socialist, een vaststaand gegeven dat
solidariteit de enige manier is om de noodzakelijke operaties van Jan en
alleman te kunnen betalen. Zij heeft alleen het gevoel dat er ook behandelingen
en onderzoeken plaatsvinden omdat de dokter het graag wil. Gewoon omdat, nou
gewoon omdat ze hebben afgesproken dat die onderzoeken bij dat ziektebeeld
horen… Tante heeft een vraag: moet voor iedereen tot op zeer hoge leeftijd
alles uit de gezondheidszorgkast gehaald worden? Ze weet het niet. Ik ook niet.
donderdag 7 juni 2012
Tante Annie
Tante Annie is haar rode koffer kwijt. Volgens mij is tante
Annie heel verdrietig, zij had haar koffer ruim 15 jaar en elk jaar dat zij de
koffer heeft gehad nam ze hem mee. Mee naar de Azoren, de Seychellen en de
laatste jaren ook naar Texel. Tante Annie is sinds tien jaar vaste gast op Texel.
De bewoners van Texel konden Tante Annie inmiddels uittekenen met haar rode
koffer, haar fiets en de rieten mand met bloemen. U vraagt zich af hoe ik weet dat
tante Annie haar rode koffer is kwijtgeraakt. Haar koffer lag vanochtend in de
goot bij het station van Groningen. Ik zag de koffer liggen en dacht meteen aan
tante Annie. Met genoegen denk ik terug aan mijn eerste ontmoeting met haar. Op
de eerste dag van een vakantie op Texel stond ik te wachten bij de boot. Ik zie een wat verfomfaaide, in zandkleurige
regenjas gehulde dame die naar mijn volle overtuiging ooit een grand dame
geweest moet zijn. Ze liep naast haar met een bloemenslinger getooide fiets die
een zware rode koffer torste. Ik heb een lang en goed gesprek met haar gehad.
Na een uur hebben we afscheid genomen en ik had er een tante bij. Zoals ik haar
voor het eerst zag, zag Texel haar nobele gaste de laatste tien jaar het eiland
opkomen. Wat tante verder op het eiland deed, weet ik alleen en blijft een
geheim tussen haar en mij. Voor de bewoners van Texel kwam zij begin juni en
vertrok eind augustus. Dit jaar hebben de fiets , de koffer en de rieten mand
Texel dus niet op tijd gehaald. Waar is tante Annie, wie heeft haar koffer in
de goot gegooid, wie heeft haar fiets in de Gelkingestraat omver gegooid, en
wat deed haar rieten mand in de buurt van de tassenwinkel aan het begin van de Heerenstraat
in Groningen? Ik zie tante Annie vast volgende week wel weer lopen in de buurt
van het ziekenhuis. Ik zal haar vragen of ze de rode koffer heeft verloren of
misschien is die wel gestolen. Als ik haar zie, zal ik het u vertellen.
vrijdag 1 juni 2012
Roofvogels
Al jarenlang valt de schijnbaar groeiende hoeveelheid
roofvogels langs de autowegen mij op. Ik
zie ze, maar kan ze nooit herkennen. Ik weet niet hoe dat bij u is maar ik raak
hoe langer hoe meer gefascineerd door deze vogels. Wordt het klimaat beter voor
ze? Is er meer voedsel? Of zijn er andere redenen om in aantal toe te nemen?
Wellicht is een van de oorzaken het verminderd gebruik van gif in de land en
tuinbouw. Wie het weet mag het mij vertellen. Omdat ik de vogels niet kan
herkennen en elke roofvogel voor mij heel goed een blauwe kiekendief, een
torenvalk of een buizerd kan zijn, roep ik altijd maar tegen de kinderen en
Esther: ‘Kijk, een roofvogel. Wat is ie mooi, hè!’ Mijn lief heeft genoeg van
het woord roofvogel. En u weet inmiddels dat wanneer zij ergens genoeg van
heeft, er ook meteen maatregelen genomen worden. Nu had ze twee mogelijkheden: A. geef Rob een cursus vogelen, mogelijk te
volgen via de vogelbescherming Nederland, of B. koop een boek over roofvogels met duidelijke
afbeeldingen van de vogels en de juiste namen erbij. Kiest ze voor optie A, dan
ben ik sowieso drie dagen uit huis en hangt daar een prijskaartje aan van in
ieder geval voor eten en drinken 25-30 euro per dag. Kiest ze voor optie B (koop
een boek in de witte boekhandel), dan is het voor € 8,00 klaar, maar dan moet
ik wel zelf studeren. Ik ben op zijn minst net zo blij met een boek over
roofvogels als dat zij dat is met haar boek over bloemen en planten. Niet dat
zij een boek over bloemen en planten nodig heeft. Zij weet een lithidora (de
meeste mensen noemen dat een blue heaven) te onderscheiden van elke andere
plant met kleine blauwe bloemen. Iets wat je van mij ook niet kan zeggen. Maar
goed, ik kreeg vanmiddag in de bus op weg naar huis het boek over roofvogels.
Ik heb de indruk dat ik over drie weken overhoord ga worden. Goed studeren,
want als ik het verschil tussen een bosuil en een ransuil niet meteen kan
oplepelen, loop ik het risico dat er volgende maand een boek over de 100 meest
beroemde formule 1 coureurs op de boekenplank staat… ook niet vervelend
hoor.
Abonneren op:
Posts (Atom)